Op 26 juni wordt het UBO-register ingevoerd. Daarin komen de namen te staan van natuurlijke personen die, al dan niet achter de schermen, bij een vennootschap of een andere juridische entiteit aan de touwtjes trekken. Het UBO-register moet helpen voorkomen dat het financiële stelsel wordt gebruikt voor het witwassen van geld of voor terrorismefinanciering. UBO staat voor: Ultimate Beneficial Owner.
Het UBO-register vloeit voort uit Europese regelgeving: in de vierde Europese anti-witwasrichtlijn is afgesproken dat alle EU-lidstaten uiterlijk op 26 juni 2017 een centraal UBO-register instellen. In Nederland wordt de definitie van UBO in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) hiervoor aangescherpt. In de huidige Wwft staat beschreven dat de identiteit van klanten moet worden vastgesteld. Maar soms is niet direct duidelijk wie de ‘echte’ klant is: als er sprake is van een (samenhang van) ondernemingen of trusts kan het onduidelijk zijn wie de uiteindelijk belanghebbende is. Toch is het relevant om te weten wie deze persoon of personen zijn, omdat zij een vennootschap of een andere juridische entiteit kunnen misbruiken voor witwassen of financieren van terrorisme.
De UBO volgens de nieuwe definitie in de Wwft is:
‘Elke natuurlijke perso(o)n(en) die de uiteindelijke eigenaar is (zijn) van, of zeggenschap heeft (hebben) over de cliënt, en/of de natuurlijke perso(o)n(en) voor wiens/wier rekening een transactie of activiteit wordt verricht.’
In de definitie wordt met ‘cliënt’ meestal een rechtspersoon of een trust bedoeld. Rechtspersonen zijn bijvoorbeeld Besloten Vennootschappen, Stichtingen of Open Commanditaire Vennootschappen (Nederland), maar er zijn ook allerlei andere internationale rechtspersonen die onder dit begrip vallen.
Een UBO is altijd een natuurlijk persoon. Iemand is UBO wanneer zijn belang in een onderneming minstens 25% bedraagt.
Als een financiële instelling een zakelijke relatie aangaat met een cliënt, dan moet de instelling nagaan wie de UBO is.
In het UBO-register komen in elk geval de volgende zaken te staan:
a) naam
b) geboortemaand
c) geboortejaar
d) nationaliteit
e) woonstaat
f) aard en omvang van het door de UBO gehouden economische belang
Daarnaast moeten registratieplichtige partijen, zoals banken, de volgende informatie vastleggen:
g) geboortedag, -plaats en -land
h) adres
i) BSN en/of buitenlands fiscaal identificatienummer
j) kopie van het document aan de hand waarvan de identiteit van de UBO is geverifieerd
k) de documentatie op grond waarvan iemand UBO is en de omvang van diens (economische) belang
Het register wordt ondergebracht bij de Kamer van Koophandel. Het register is openbaar. De minister kiest ervoor dat iedereen in beginsel informatie kan opvragen over UBO’s. Wel zijn er 4 privacywaarborgen ingebouwd:
Meer informatie over het register is te vinden in de Kamerbrief van minister Dijsselbloem.
Ook in een aantal opleidingen van NIBE-SVV komen het UBO-register en de Wwft aan bod:
Daarnaast geven de DSI-opleidingen die NIBE-SVV aanbiedt u relevante informatie.